Hoe ga je als politicus om met de kloof tussen idealen en de werkelijkheid. Want vaak wordt je opgeslokt door de gewoonheid van de werkelijkheid en verdwijnen je idealen achter de horizon.
Toen ik drie jaar geleden begon als politicus had ik gelukkig (?) niet al te hoge verwachtingen van mijzelf en van de politiek: ‘ik zie wel’, was mijn houding. Maar stiekem had ik toch wel hoge verwachtingen. Helaas moet ik zeggen dat de werkelijkheid een stuk weerbarstiger is dan ik zou willen. Maar…..geldt die niet voor het hele leven?
Dus ook al ben ik met niet al te hoge verwachtingen aan mijn politieke avontuur begonnen. Toch had ik ideëen over wat ik zou doen en wat ik hoopte te bereiken. Aan de ene kant ben ik best tevreden wat ik, op kleine schaal, bereikt heb. We hebben een leuk team, dat goed samenwerkt en naar elkaar luistert en ideeën uitwisselt. En ook inhoudelijk heb ik best veel bereikt voor iemand die nog niet heel lang in de politiek zit. Ik heb meer plannen gerealiseerd gekregen dan veel anderen.
Idealen en verwachtingen zijn belangrijk. Zij houden ons op de been, zeker als het wat ruiger wordt om ons heen. Zo is het voor jou en zo is het voor mij. Wat de oude filosofen ook aangaven, voor mensen die geen hoop meer hebben is het leven voorbij. Daar wordt je hopeloos en depressief van.
Maar aan de andere kant, teveel vasthouden aan je idealen kan ook leiden tot depressie en moedeloosheid: het lukt niet. Je probeert de wereld te persen in de perfecte koekjesvorm.
Wat dat betreft is de politiek net het gewone leven.
Ik heb best grote idealen: een duurzame wereld waar we goed voor de natuur en de mensen om ons heen zorgen. En wat mij betreft mag dat best ten koste gaan van wat economische groei.
Maar de werkelijkheid is, dat je met andere mensen (lees partijen) te maken hebt die heel andere afwegingen maken. Dus hoe mooi en goed je initiatieven ook zijn, je krijgt ze er gewoon niet door. Zeker zo vlak voor de verkiezingen is de gunfactor heel klein.
“En als je niet uitkijkt drijf je heel ver weg van je grote idealen en blijk je gevloerd door de details.”
Maar, het is vaak nog banaler
Het is niet alleen die ‘andere kant’ die niet meewerkt. Het zijn vaak de banale, dagelijkse dingen waardoor je werkelijkheid ver af staat van de idealen. Het milieu en de natuur zijn heel belangrijk, maar wat als plotseling mensen de bibliotheek en het museum willen sluiten? Dan stort je je daar weer op. En de details waar je dan tegen aan loopt kosten heel veel tijd. Je moet met mensen praten, overleggen, alle ins en outs weten. En dan denk je dat je alles geregeld hebt en je weer terug kunt naar de thema’s die jou zo aan het hart gaan, blijkt er toch nog een enorme adder onder het gras te zitten.
En als je niet uitkijkt drijf je heel ver weg van je grote idealen en blijk je gevloerd door de details.
Hoe moet je hier nou mee om gaan?
Ja, jij weet het antwoord wel: focus, focus, focus! Simpel!
Ja, dat klopt. Focussen op wat echt belangrijk is, is heel belangrijk. Als ik kies voor de natuur en het milieu, jammer dan van die cultuur. Zo zou het toch moeten? Maar dat is ook weer de theorie en is de praktijk weer veel weerbarstiger.
Want ga je dan voor de korte termijn: die loszittende stoeltegel of blijf je coûte-que-coûte vasthouden aan de lange termijn: jouw doel?
Hoe zou jij dit oplossen?