De kunst van het observeren – 5 tips
Categorie(n): Antropologie - Observeren
06.06.2022
De kunst van het observeren – 5 tips

Goed kijken*, echt goed kijken* is lastig. Onze hersenen zijn niet geprogrammeerd om te zien wat er is, maar op te zien wat we denken dat er is. Veel gebeurt op de automatische piloot. Aan de ene kant is dat goed. Maar soms verlies je hierdoor veel informatie. Een aantal tips van een antropoloog om beter te leren observeren.

* kijken, luisteren, voelen, ruiken, etc.

We doen veel op de automatische piloot

 

Als je van je huis naar je werk rijdt overkomt het jou vast ook wel. Je realiseert je opeens dat je al bijna thuis bent, een groot deel van de rit heb je gedachteloos afgelegd. Gelukkig zit onze hoofd zo in elkaar, dat als er iets onverwachts gebeurd was, we wel uit onze automatische piloot waren gekomen. Maar blijkbaar ging alles zoals altijd. Al kan het natuurlijk een keertje misgaan.

Die automatische piloot is niet erg. Veel dingen doen we zonder na te denken. Er zijn mensen die zeggen dat we meer dan 80% van onze tijd op de automatische piloot doen. Jonge kinderen bekijken alles alsof ze het voor het eerst zien. En dat is ook zo. En des te ouder je wordt, des te meer je automatisch doet. Je weet het ondertussen wel.

Toch vind ik het af en toe prettig om uit die automaat te stappen en de dingen die ik doe met meer aandacht te doen. En om uit m’n routines te stappen.

Goed voor mijn brein: er worden nieuwe verbindingen aangelegd. Goed voor mijn creativiteit: je weet meer oplossingen te bedenken en goed voor je humeur: onze hersenen houden van nieuwe dingen daar worden ze gelukkig van.

Observeren is meer dan alleen kijken

 

Als antropoloog doe je veel kwalitatief onderzoek. Je interviewt mensen, je neemt waar wat er gebeurt en wat er te zien is. Bij participatieve observatie dompel je je onder bij je onderzoeksveld: een team, bedrijf of organisatie. Je gaat ze veel mogelijk op in de ‘massa’, je doet wat zij doen, je eet mee in de kantine, je gaat naar vergaderingen, naar congressen, werkt mee op de werkvloer. En je past je elke keer zo goed mogelijk aan om niet op te vallen. En je verzamelt zo veel mogelijk informatie: verhalen, folders, acties, foto’s, etc.

Bij het observeren neem je jezelf mee, wees je dus elke keer bewust van je gevoelens (ben je geïrriteerd, onzeker, bang of boos, zoek uit waarom dit zo is: welke betekenis heeft dit voor je onderzoek?). Maak ook hier notities van.

Wees je bewust waar de grenzen liggen bij je observaties. Wees je bewust van de ethiek. Hoe ga je bijvoorbeeld om met seksistische grappen: doe je mee of niet mee? Praat je hier met anderen over? Veroordeel je ze? Wees helder waar je mee worstelt en wat de grenzen zijn.

Antropologisch observeren is dus meer dan gewoon kijken*. Je let soms op een zucht, een bijzin, een knipoog of een irritatie. Achter deze, soms kleine gebaren kan een hele wereld zitten. Heb hier oog voor.

Let op wat er niet is, of niet gezegd wordt. Worden er mensen doodgezwegen of genegeerd? Praat ook met de mensen waar je niet mee ‘mag’ praten. Kijk ook op de plekken waar je niet mag kijken. Wat maakt dat dit verboden gebied is. En wees eerlijk in waar je mee bezig bent: leg uit. Leg je beweegredenen uit en wees transparant. Laat mensen meekijken in je notities.  En misschien wel het belangrijkste: wees betrouwbaar.

Nu zal jij niet snel participatief onderzoek doen bij een stam in Nieuw-Guinea of bij de bankdirecteuren in Londen. Toch zijn deze tips ook nuttig als je, gewoon, beter wilt leren observeren tijdens een vergadering van je werk, bij de verjaardag van je broer of als je tijdens het wandelen beter van je omgeving wilt genieten.

5 observatietips

 

 #1

 

Bereid je goed voor. Doe vooronderzoek: lees boeken of artikelen over je studieobject. Bedenk wat-als-scenario’s zodat je weet wat je wilt zeggen of doen.

 

#2

 

Maak notities en zorg voor een goed geheugen. Mindmappen kan helpen. Beschrijf opvallende zaken, maar ook kleine dingetjes kunnen heel belangrijk zijn. Bijvoorbeeld: onderzoek wie niets zegt en wie veel praat, hoe je omgeving er uit ziet, hoe iedereen zit, hoe mensen gekleed zijn.

 

#3

Ken jezelf! Weet wie jijzelf bent, waar je zwakheden en je kracht zit. Weet wat je wilt bereiken (met je observaties of in het algemeen). Ken je vooroordelen, je vooronderstellingen en je leefwereld.

 

 

#4

 

Weet hoe groepen werken. Kijk naar de pikorde. Weet dat er een verschil is tussen hiërarchische (formele) en informele macht. Word er (stiekem) gepest. Gunnen mensen elkaar iets.

Houd ook rekening met de groepsdynamica bij de verhalen die je hoort. Bij wat ‘de baas’ of ‘de schoonmaker’ zegt, kun je hun positie en dus hun perspectief niet verwaarlozen.

 

#5

 

Blijf nieuwsgierig en probeer naar je onderzoeksobject te kijken alsof je het voor het eerst ziet. Een eerste keer biedt verwondering en onverwachte invalshoeken. Als er gewenning optreedt raken we dit kwijt.

Wees je bewust van je eerste indrukken. Schrijf ze op.

Wat kan helpen: bekijk de wereld die je al kent door een fotolens. Of doe alsof je een ander bent.

 

Wil je je nieuwsgierigheid stimuleren. En ja, dat kan echt, lees dan deze tips.

Wil jij het e-boek “Ze luisteren niet” ontvangen?

 

Een interessant en mooi vormgegeven digitaal boek. Vol tips die direct toepasbaar zijn en word zo een pro in luisteren.

Inspiratie

Inspiratie