Jonge, hippe ondernemers zijn helemaal niet zo interessant en ze zijn al helemaal niet zo disruptief als we denken. Ze zijn hoogstens cool. En trouwens, we willen als ondernemers helemaal geen andersdenkenden in ons midden. We zijn alleen maar bang dat we iets missen.

Gisteravond was ik bij een ondernemersavond. Het was gratis en er waren sprekers, dus ben ik maar eens gaan kijken. De eerste spreker was een ‘Trendanalist’ en vertelde ons wat trends zijn (in theoretische zin) en hoe je er naar kunt kijken. Aan praktische tips voor ons, ondernemers, deed ze niet. Dus daar hadden we niet veel aan. Verder was er een spreker die als jong en disruptief aangekondigd wordt: daar konden wij vast veel van leren!

Jong is hip, oud is saai!

Het gaat mij niet alleen om de sprekers, maar ook om de aanwezigen.  De groep, zo’n 200 mensen, bestond voor meer dan 95% uit mannen:  45-plus mannen in nettere of minder nette kostuums. De enkele vrouw was over het algemeen jonger, met hier en daar een uitzondering ;-). Hoe homogeen wil je het hebben.

Ons werd steeds maar weer verteld dat wij, oudere pakken, moeten leren van de jongeren, niet in pak. Jongeren zijn disruptief (letterlijk verwoestend of verstorend, maar in onze hippe ondernemerstaal betekent het innovatief en revolutionair) en wij zijn oud en dus niet innovatief.

Dit is niet de eerste keer dat ik het hoor en het begint mij zo langzamerhand heel erg te irriteren. Want de meeste jongeren zijn helemaal niet disruptief en hip, de meeste jongeren zijn juist zeer conservatief en behoudend. Veel conservatiever dan toen ik jong was: homo’s zijn enger, consumptie is heiliger en veiligheid belangrijker. De groep mensen die nu als oud en saai weggezet wordt, was in de zeventiger en tachtiger jaren voor een deel hip en happening. Dus hier wordt een minderheid van de jongeren, afgezet tegen de meerderheid van de “ouderen”. Jong is synoniem voor hip en slim, terwijl oud staat voor saai en dom. En, wees eerlijk, dat was in onze tijd niet anders. Maar dat betekent nog niet dat het klopt.

FOMO. Wat??

Ik denk eerder dat er iets anders aan de hand is: FOMO. Van FOMO hebben niet alleen jongeren last, maar ook veel ouderen. Je bucketlist afwerken, als laatste weggaan bij een feestje, achter elke trend aanhollen. Het gaat allemaal over FOMO en het beheerst een groot deel van ons (ondernemers)leven.

FOMO staat voor Fear of Missing Out, of angst om iets te missen. Dus die enkele jonge ondernemer met ‘disruptieve’ ideeën, appelleert aan deze angst: wat als we iets over het hoofd hebben gezien in ons eigen veilige wereldje. Ze laten iets zien wat wij misschien niet kennen: zouden zij ons wereldbeeld kunnen bedreigen of nog erger, het voortbestaan van onze onderneming?

Of hopen we dat de cool-ness en jeugdigheid van deze jongeren ook een beetje op ons afstraalt?

Bron: coolness graphed

Als disruptieve mensen dan zó interessant zijn, waarom worden er dan niet meer uitgenodigd voor events?

Als we vinden dat we zo veel van deze disruptieve jongeren zouden kunnen leren? Als het goed is voor ondernemers om out of the box te denken en aandacht te hebben voor de uitzonderingen, waarom hebben we dan geen aandacht hebben voor alle andere minderheden?

Ik kom ze veel te weinig tegen! Waar zijn al die andersdenkenden, uitzonderingen en minderheden? Waarom hebben we nooit praatjes van revolutionaire 60-plussers, stille 30-minners, introverte ondernemers, creatieve allochtonen, rationele vrouwen of spirituele mannen?

Heel simpel, daar willen we ons niet aan spiegelen! Die roepen bij ons geen FOMO op. Daar willen we ver van blijven, want wat zouden we daar nu van kunnen leren? Die zijn alleen maar eng, onbekend en anders.

Meer aandacht voor buitenbeentjes!

Laten we vooral meer aandacht hebben voor de Vierkantjes tussen de Rondjes. En niet alleen vanwege FOMO en de zogenaamde disruption, maar vooral omdat het goed is om te praten met andersdenkenden. Ingedutte mensen een beetje opschudden en met andere ideeën, normen/waarden en visies in contact brengen is leerzaam. Dat is niet alleen goed voor onze omzet en onze continuïteit. Maar ook goed voor onszelf en zelfs voor de maatschappij!