Wat je van een antropoloog kunt leren!

politiek
13.09.2019

Weet je dat hoe je naar de wereld kijkt wordt bepaald door de bril die je op hebt, door je wereldbeeld?

Het wereldbeeld, je bril, is gekleurd door zaken als uit welk nest je komt, door je opvoeding (of gebrek eraan) en door ervaringen.

 

Omdat je deze bril op hebt vormt het ook weer de wereld om je heen, want dat gebeurt door de manier waarop je kijkt. En doordat dit voor iedereen weer anders is, want iedereen heeft een andere bril op, ontstaan botsingen, problemen, ruzies, maar ook nieuwe inzichten, openbaringen, leermomentjes, etc.

 

Oké, het wereldbeeld. En nu?

 

In je werk blijkt je scholing (naast je achtergrond) heel belangrijk te zijn in de manier waarop je naar je omgeving kijkt. Ben je bioloog (denk bijvoorbeeld aan Frans de Waal) dan kijk je anders naar de manier waarop wij mensen onze zaken georganiseerd hebben, dan wanneer je econoom (bezit en geld) of psycholoog (gedrag van mensen, ziek of gezond). Als antropoloog kijk je naar de manier waarop mensen “hun werkelijkheid ordenen en er betekenis aan geven” (quote uit het boek De Corporate Tribe van Danielle Braun en Jitske Kramer). Wij kijken dus naar de cultuur, en dat is best lastig. Want cultuur is niet echt tastbaar, het is eigenlijk de ‘witte ruimte tussen mensen’.

 

Wij, antropoloog, hoezo?

 

Voor het geval je het nog niet wist, ik ben afgestudeerd als organisatie-antropoloog (amongst other things) aan de VU in Amsterdam. Dat is al meer dan 10 jaar geleden en eigenlijk heb ik er tot dusver niet veel mee gedaan. De banen liggen niet voor het oprapen en uiteindelijk heb ik het maar gezien als nuttige en interessante bagage voor de andere dingen die ik doe.

Tot ik vorige week het boek De Corporate Tribe zag (dank daarvoor Wilma Jongsma). Het blijkt het managementboek van dit jaar te zijn. Mijn hart ging open, mijn energie ging stromen, alles kriebelde. Dus meteen dat boek besteld en gaan lezen. Alsof ik in een wetenschappelijke speeltuin terecht kwam! Heerlijk!

 

Nou, jij blij. Maar wat heb ik daar aan?

 

Precies. Deze blog schrijf ik voor jou en niet voor mezelf.

 

Wat heb jij er aan om op een antropologische manier te kijken naar je omgeving.

 

Ik ga er van uit dat je klanten, collega’s of medewerkers hebt? Dat je werkt of als hobby in de politiek zit? En dat je je af en toe verbaast hoe andere mensen doen? En dat je dat interessant vindt? Nou, daar kan antropologische kennis bij helpen.

 

Ach, dat weet ik toch zonder die antropologische dingen ook wel?

 

Tuurlijk!

 

Je kunt je werk heel goed doen zonder deze kennis. Dus als het je niet interesseert, ga dan lekker de krant lezen of naar Breaking Bad of Game of Thrones kijken en op je eigen manier verder werken.

 

Maar stel nou dat je er toch iets aan hebt, een beetje extra kennis is dan mooi meegenomen.

 

Ik merkte tijdens mijn opleiding als mediator dat ik veel had aan mijn voorkennis als antropoloog. Ook als mediator exploreer je eerst, je begint (als goeie mediator) zonder vooroordelen en je bent je bewust van je invloed op proces (goed of niet goed). Al blijkt het in de praktijk soms niet zo eenvoudig te zijn.

 

Veel mensen zijn zich in hun werk niet zo bewust van het feit dat cultuur en achtergrond grote invloed op het proces kunnen hebben. Dus voor iedereen die het wil weten, dit zijn vijf belangrijke punten die je kunt leren van een antropoloog.

 

De vijf dingen die je kunt leren van een antropoloog

 

1. Grounded Theory

 

Voordat je aan oplossingen gaat werken, verdiep je eerst eens grondig in de leefwereld van de ander. Je verzamelt informatie, stelt vragen, je observeert de ander. Zonder vooroordelen. Je houdt de ideeën  die hieruit voortkomen eens tegen het licht en checkt bij de ander of het klopt en zo nodig pas je je ideeën weer aan. Net zo lang tot je de manier van betekenisgeven van de ander goed in beeld hebt. Zo krijg je een beeld van zijn/haar/ hun cultuur.

Dat is wel even iets anders dan vanuit een vaststaand idee politiek bedrijven of je werkt doen. Heel heilzaam om te doen, je zult verbaasd zijn over de resulaten. Het kost helaas wel meer tijd.

 

2. Weet wie jij zelf bent en wat jouw wereldbeeld is.

 

Toen ik als aspirant-antropoloog mijn afstudeeronderzoek ging doen kreeg ik te horen dat ik een apart schrift moest hebben waarin mijn eigen onzekerheden, ideeën, vooroordelen, veronderstellingen, etc. moest opschrijven.

Nou, dat was het moeilijkste van mijn hele scriptie, die trouwens over de cultuur van een bekend outplacement en coachingbureau ging).

 

Dus, wees je bewust van jezelf in je gesprekken met anderen. Hoe je over komt op anderen, welke bagage je meeneemt, etc.

En het gaat niet alleen om je gedrag, maar ook om je leefwereld en je visie op de wereld. Door dit op te schrijven kun je er baat bij hebben in je contacten met anderen.

 

3. Doe dingen samen met je “onderzoeksobject”.

 

Nog te vaak vinden we het normaal om voor anderen te denken en over anderen te praten.

Voor een antropoloog is dit dodelijk. We schrijven onze stukken samen met de mensen die we onderzoeken. Zeker als je echt iets voor elkaar wilt krijgen (een plan door de gemeenteraad krijgen, een verandertraject in je organisatie) is het goed om het samen te doen en niet voor anderen te denken.

 

 4. Perspectief is alles

Zoals ik aan het begin al aangaf kun je op heel veel verschillende manieren naar zaken kijken. Als antropoloog kun je ook op heel veel verschillende manieren kijken naar het onderzoeksobject. De twee belangrijkste zijn: insidersperspectief (emic) en het buitenstaandersperspectief (etic).

Als adviseur kun je als buitenstaander soms patronen zien in communicatie en gedrag die de betrokkenen zelf niet (meer) zien. Daarom zijn de eerste 100 dagen van een nieuwe manager ook zo belangrijk, je het nog het outsiderperspectief en wordt niet opgeslokt door de dagelijkse gekte.

Als insider hoor je vaak nuttige verhalen en weetjes die je als buitenstaander nooit te weten was gekomen. Door beiden samen te voegen zie je veel meer dan als je vanuit één gezichtspunt blijft kijken.

 

5. Heb oog voor macht, hiërarchie en ranking

 

“Een voorbeeld van hogere status is, dat je meer aan het woord bent dan een ander. Ik ben iemand die in een groep soms niet zo veel zegt en eerst de kat uit de boom kijkt. Dat is niet altijd slim, want ranken werkt ook andersom. Als we iemand niet kennen zullen we degene die meer praat of zelfverzekerder overkomt, een hogere status toedichten, terecht of onterecht. ” (bron: De Corporate Tribe).

De hoogste directeur is niet altijd de baas, de hardste schreeuwer heeft niet altijd het meeste invloed en die ene vrouw is niet altijd de koffiejuffrouw. Heb oog voor de informele pikorde, let op status en andere gevoeligheden.

 

Ook wij, in het ‘platte, egalitaire’ Nederland, zijn bezig met ranking, status en macht. In andere culturen is dit vaak heel duidelijk. Als je de film The Last Samurai hebt gezien, die speelt in het Japan van de 19e eeuw, weet je hoe dieper je buigt hoe lager in rang je bent. In Nederland doet we het een stuk subtieler en ingewikkelder. Bij ons gebeurt ranking op basis van opleiding, uiterlijk, geslacht, geaardheid, zelfvertrouwen, uitstraling, plek in de organisatie, kennis, etc. Kijk maar eens om je heen bij een volgende meeting en probeer in te schatten hoe de machtsverhoudingen liggen en of ze kloppen met de formele macht.

 

Er is vast nog veel meer te vertellen over wat je kunt leren van een antropoloog, maar ik stop maar even. Dan kun jij het laten bezinken en misschien botst het met jouw wereldbeeld. Daar wil ik graag meer over weten dus vertel het me.

Inspiratie

Inspiratie