Wat vooroordelen met jouw automatische piloot te maken hebben

Antropologie - Observeren
13.12.2023

Een groot deel van de dag doen we dingen op de automatische piloot. Onze hersenen nemen besluiten zonder dat ze ons er bij nodig hebben. En gelukkig maar!

Er zit echter een groot bezwaar aan deze automatische piloot: Dit systeem zit vol vooroordelen, shortcuts en overtuigingen. En die blijken niet altijd te kloppen. Dan hebben we ons trage, genuanceerde denken nodig. Hoe dat zit lees je hieronder.

Eerst een persoonlijk dingetje

 

Jarenlang heb ik gestreden vóór het hebben van een eigen mening. Ook al was ik het niet met anderen eens, ik vond dat daar ruimte voor moest zijn (en andersom natuurlijk ook).

Maar die ruimte voor een eigen mening kwam niet vanzelf. Ik kom uit een rechtlijnige familie van techneuten. In mijn opvoeding was weinig ruimte voor nuance en daar had ik moeite mee. Hoe kon je omgaan met andersdenkenden als je geen oog had voor relativering en nuance? En hoe kun je dan je dan je eigen onvolkomenheden, balken en vooroordelen zien?

Kijken naar cultuur

Mijn studie antropologie vond ik geweldig. Voor het eerst mocht ik de nuance zoeken, moest dit zelfs. Zelf nadenken hoort bij een academische studie. En ik leerde dat dat je op verschillende manieren naar de wereld (de werkelijkheid) kunt kijken.

Het is, als antropoloog, belangrijk dat je je heel erg bewust bent van je eigen bril en niet moet doen alsof je neutraal in de wereld staat. Je moet weten welke vooroordelen en vooronderstellingen je hebt. Als je naar andere culturen kijkt, is het belangrijk dat je je bewust bent van je eigen cultuur. Methodologisch relativisme wordt dit genoemd.

Voordat je aan de slag gaat in cultuuronderzoek, ga je eerst op zoek naar  je eigen vooroordelen en overtuigingen.

Voel ik me tijdens het onderzoek boos of geïrriteerd, let dan goed op. Daar zou iets achter kunnen zitten dat interessant is voor mijn onderzoek.

Daarnaast heeft je achtergrond ook invloed op de manier dat je naar een situatie kijkt.

Observeren kan vanuit verschillende perspectieven:

  • Kijk je van binnenuit (je bent zelf onderdeel van de cultuur) of van buitenaf (je maakt geen onderdeel uit van de groep/organisatie waar je naar kijkt)
  • Met welke bril kijk je naar je omgeving: instrumenteel/mechanistisch, vanuit chaos, postmodern, zie je vooral verschillen (differentiatie), zie je vooral overeenkomsten (integratie), etc. etc.
  • Heb je een doel/wil je er iets mee (veranderen) of wil je alleen observeren.
  • Vanuit welk (wetenschappelijk) perspectief kijk je naar een samenleving: een psycholoog ziet iets anders dan een antropoloog, een jurist of een econoom.

Het feit dat je op zo veel verschillende manieren naar de samenleving kunt kijken, zegt mij dat er meerdere perspectieven zijn, die naast elkaar bestaan.

En als we naar een fenomeen kijken (zo noemen we als antropologen dingen die we niet vast kunnen pakken) dan is het goed dat we ons bewust zijn van onze eigen vooronderstellingen, hoe lastig dit ook is. We stellen allemaal onze eigen (westerse) cultuur vaak centraal: onze waarden en normen zijn de maat der dingen. We kunnen immers ook niet echt anders: zo zijn we opgevoed.

Pas als we in een heel andere cultuur terechtkomen, waardoor onze eigen overtuigingen niet meer kloppen, worden we ons pas bewust wat die overtuigingen zijn. Joris Luyendijk beschrijft dat goed in zijn boeken. In zijn boek “7 vinkjes” beschrijft hij hoe hij zich totaal niet op z’n gemak voelt in de Engels bankenwereld.

Cultuurrelativisme

Wat not done is, is denken dat de ene cultuur meer waard is dan de ander. De westerse cultuur als verheven cultuur zien en de andere culturen als dom en minderwaardig. Dit heet cultuurrelativisme. Hier maken bijvoorbeeld Baudet en Wilders gebruik van. Ze plaatsen de westerse cultuur hoger dan andere culturen en rechtvaardigen dit vervolgens. Dit gebeurt niet alleen tussen culturen, maar op alle mogelijke manieren: vrouwen/mannen, geloof, homo’s/hetero’s, blank/zwart, etc.

 

Het gevaar van relativisme

De afgelopen jaren worstelde ik met mijn antropologische achtergrond. De wat meer rechtlijnige medemens heeft toch al moeite met mijn genuanceerde blik op de wereld. Maar nu wordt de door mij geliefde sociaal-constructivistische, relativistische houding uit z’n verband getrokken. o.a. door Trump en zijn campagneteam. Maar ook het anti-vaccinatieactivisme op Facebook, de protesten van inwoners tegen een supermarkt in onze gemeente en nu Thierry Baudet en zijn niet-fijne club Forum voor Democratie zijn voorbeelden hoe relativisme van (m.i.) iets goeds tot iets gemeens verwordt.

Meningen en onderbuikgevoelens worden gelijkgesteld aan wetenschappelijke feiten*). Zelfs als 97% van de wetenschappers zegt dat de huidige klimaatveranderingen veroorzaakt wordt door de mens, weten FVD en Trump er wel weer een draai aan te geven, waardoor feiten neergezet worden als mening.

De uitzondering van een minderheid wordt gemaakt tot de norm en de waarheid. Denk aan het beeld van de 50Plus-partij: oude mensen zijn arm en hebben het zwaar. Natuurlijk hebben alleenstaanden met alleen AOW het niet ruim, maar om nu te zeggen dat alle ouderen het zwaar hebben. Maar goed, met zo’n simplistische boodschap kun je wel stemmen winnen.

Maar er is meer. We willen ook graag wegblijven van nuance en redelijkheid. Dat is makkelijker.

Weg met de nuance: vakjes en hokjes

De menselijke geest heeft er een voorkeur voor om iedereen in hokjes en vakjes te plaatsen. We zijn gek op shortcuts en versimpelingen. We houden van zwart-wit denken. Waarom? Omdat onze hersenen lui zijn en het liefst alles op de automatische piloot doen. Lui is misschien niet het juiste woord, de automatische piloot kost het minste energie en dat vindt ons lijf fijn. Want energie, waar moet je zuinig op zijn.

Gebeurt er iets dat niet in een vakje past dan raken we van de wijs. Want dan moeten we lastige dingen doen zoals nadenken, afwegen, overleggen en evalueren. Dat noemt Daniel Kahneman systeem 1 (automatische piloot) en systeem 2 (denksysteem).

Nuances, afwijkingen, etc. kosten dus energie en je moet er je best voor doen. Dus liever mensen in heldere vakjes stoppen. Voetballers zijn geen homo’s, vrouwen met hoofddoekjes worden onderdrukt, vrouwen met een mening zijn bitches, alle islamieten zijn terroristen. Dit zijn allemaal duidelijke, heldere vakjes.

Baudet gaat verder: hij rechtvaardigt ons vakjesdenken. Met behulp van (cultuur)relativisme. Wij blanke (witte, mannelijke, Noord-Europese) mensen zijn beter dan andere mensen. Dat zegt hij niet rechtstreeks, nee, dat verpakt hij in versluierende taal. Taal die ons systeem 2 in slaap sust: hij heeft er verstand van.

Hoe zorg je voor nuance?

 

Alles op de automatische piloot doen (systeem 1) is gemakkelijk. We hoeven dan niet na te denken.

Terwijl het juist zo belangrijk is, om je bewust te zijn van je vooroordelen, overtuigingen en vastgeroeste ideeën. En ze, indien nodig, aan te passen. Dan moet je daar natuurlijk wel open voor staan.

Hoe je dat doet?

  • Door open te staan voor wat er om je heen gebeurt. Door andere mensen te ontmoeten, in het echt of in literatuur.
  • Door je overtuigingen, vooroordelen en vastgeroeste ideeën te ondervragen, alleen of met anderen.
  • Door te reizen, te lezen en kunst te kijken.
  • Door af en toe een andere bril op te zetten: speel eens dat je een ander bent.

Wie weet wat er gebeurt.

Ter inspiratie:

Inspiratie

Inspiratie