Voorpagina

Inspiratie

Over

Contact

Soft skills voor politici
Categorie(n): Persoonlijke ontwikkeling
20.10.2019
Soft skills voor politici

Vriendelijk, geduldig, een luisterend oor, geen kwaliteiten die we toedichten aan een politicus. Toch?

De beelden die we zien van een ‘gemiddelde’ politicus zijn niet altijd positief. Als je de documentaire Ga terug naar je eige land, van Tim Hoffman hebt gezien dan krijg je een bepaald beeld. (kijk hier het fragment bij DWDD terug) Rationeel, instrumenteel, hardvochtig, rechtlijnig en slecht kunnen luisteren zijn eigenschappen die we zien. Dat komt niet goed over.

Nu kun je zeggen: ze zijn voor het blok gezet, dit is niet zo netjes van Tim en daar heb je wel een beetje gelijk in.

Deze beelden zijn dan ook niet representatief voor de ‘gemiddelde’ politicus! Maar ze vormen wel het beeld dat wij van ze hebben.

Maar een politicus moet wel heel veel dingen kunnen!

 

Vooral de meer dorpse politicus zit echt anders in elkaar. Ze zijn vaak meer benaderbaar en bevlogen. Ze doen het vaak vanuit een bepaald ideaal en minder vanuit carrièreperspectief.

Je moet je bedenken dat gemeentepolitiek hobby is. Je kunt het doen zonder vooropleiding of kennis. Het enige wat je nodig hebt is een bepaalde gedrevenheid en een heleboel stemmen. Je mag hopen dat ze de skills die ze nodig hebben wel ontwikkelen gedurende de maanden en jaren dat ze politicus zijn.

En welke eigenschappen moet je eigenlijk hebben als politicus?

Kijk en oordeel zelf:

  • Je moet een verhaal kunnen houden,
  • contact houden met de pers,
  • en met je achterban/kiezers,
  • een begroting lezen,
  • iets snappen van de inhoud,
  • juridische taal begrijpen,
  • kunnen debatteren,
  • hoofd- en bijzaken kunnen scheiden,
  • wat weten van je rol, je middelen en je taken,
  • en nog belangrijker, wat niet je taken en rollen zijn,
  • goed kunnen luisteren,
  • én goed kunnen praten,
  • geduldig zijn en weten wanneer het goede moment er is,
  • verbondjes smeden,
  • je plannen verkopen,
  • over teleurstellingen en tegenstellingen heen kunnen stappen,
  • met heel veel verschillende soorten mensen kunnen omgaan,
  • tegen andersdenkenden kunnen,
  • kunnen beïnvloeden,
  • snel schakelen,
  • standvastig,
  • de leiding nemen, anderen op sleeptouw nemen,
  • je mond kunnen houden,
  • etc. etc. etc.

 

Nou, dat is nogal wat!

Nu ik dit zo lees, verbaast het me niet, dat er nogal eens wat mis gaat.

Wat moet je nou écht kunnen

 

Zoals je in bovenstaande opsomming leest, hoeven we niet alleen maar heel goed te kunnen lezen en te kunnen debatteren. Er staan ook een aantal SOFT skills tussen, eigenschappen die vooral te maken hebben met het onderhouden van relaties. Deze eigenschappen kun je niet langs een meetlat leggen en je leert ze in het dagelijks leven en niet op school (meestal). Dit in tegenstelling tot HARD skills.

Politicus wordt je niet omdat je de juiste papieren en opleiding hebt, maar omdat je hart voor de zaak hebt, ergens naar streeft of je ergens boos over maakt. Soft Skills zijn daarbij heel belangrijk.

De belangrijkste eigenschappen die je wat mij betreft als politicus moet hebben zijn:

  • Eelt op je ziel / weerbaar zijn
  • Veerkracht hebben
  • Jezelf niet al te serieus nemen (vind ik altijd een goede eigenschap)
  • (Zelf)reflectie
  • Humor en gevatheid
  • snel kunnen schakelen
  • Een ander iets gunnen (dus een niet al te groot ego)
  • Samenwerken

 

Dit zijn allemaal eigenschappen die je niet leert op school, maar ook niet bij de training “zo word je politicus“.

En hoe leer je deze soft skills dan wel?

 

De belangrijkste tip is: kijk goed op je heen. Leer van je collega’s, leer van hoe het niet moet en leer vooral van goede voorbeelden. Verwacht dus ook niet dat je het in één keer kunt. Zie de eerste paar jaar (sommigen hebben het over de eerste periode = 4 jaar) als leerschool. Oefen, kijk en leer.

De volgende tip is: leer van je fouten (je krijgt vaak een nieuwe kans). Het valt mij op hoe vergevingsgezind mijn collega’s zijn. Eigenlijk is elke raadsvergadering gewoon een nieuwe kans op het te proberen.

Tip drie: relativeer wat je doet. Natuurlijk ben je als raadslid belangrijk en kun je het verschil maken. Maar meestal is dat niet zo. Gaat het niet lekker? Volgende keer beter.

Tip vier: weet waar je beter in wilt worden en focus je daar op.

Het laatste wat ik nog wil worden: wordt nooit, nooit, nooit zelfvoldaan als het even lekker gaat. Waarom? Omdat je als je zelfvoldaan bent, je niet meer open staat voor je omgeving. Zelfvoldane mensen leren niet.

Wil je ruggespraak houden, wil je advies of wil je gecoacht worden? Maak vandaag nog een afspraak met het Politiek bureau.

Inspiratie

Inspiratie