We leven in een wereld waar “ideeën” het nieuwe goud zijn. Iedereen, of je nou leraar, CEO of jezelf bent, wordt beoordeeld op hoe creatief en innovatief je bent. Maar hoe doe je dat eigenlijk creatief en innovatief zijn? En is dat te leren? Antwoord: ja. creativiteit en innovatief zijn is te leren. Hoe? Door te leren goed om je heen te kijken.
Ik heb een tijdje geleden het boek “The art of Noticing” gekocht van Rob Walker (sinds kort ook in een Nederlandse editie te koop: De Kunst van het Waarnemen). Een heel leuk boek, vol oefeningen, over hoe je beter leert waarnemen. Met een aantal oefeningen kun je meteen beginnen, bij anderen heb je al wat ervaring nodig. Het boek is ingedeeld in kijken, luisteren en ervaren.
Rob Walker geeft in zijn boek aan dat de creatievelingen onder ons “zien wat anderen niet zien“. Hij leert zijn studenten om goed en veel te oefenen in het hebben van aandacht. En te reflecteren op “wat ze zien, wat ze niet zien, waarom dit belangrijk is en hoe betere, en originele waarnemers te worden.”
The most creative among us, he says, “notice what everybody else overlooks,” which is why he challenges his students to “practice paying attention.” He wants them to reflect on “what they notice, what they miss, why it matters, and how to become better, deeper, and more original observers of the world.” Rob Walker in The Art of Noticing.
Zien wat anderen niet zien geeft je een voorsprong.
De oefeningen zijn absoluut niet alleen voor van die creatieve types. Creativiteit is te leren. Leren door aandacht te hebben voor je omgeving en zien wat anderen niet zien. Zo wordt jij ook een creatief type en dat geeft je een voorsprong.
Het is fijn als je patronen van gedrag in je team kunt doorzien, zodat je hierop kunt anticiperen. Het is nuttig als je aan kleding, taal of andere culturele uitingen ziet hoe het zit met macht in jouw organisatie. Of realiseer hoe fijn het zou zijn als je niet vast zit aan één oplossing van een probleem, maar er meerdere kunt bedenken.
Binnenkort kom ik terug op de oefeningen uit het boek van Walker. Nu geeft ik je een aantal tips die je met je collega’s kunnen oefenen.
1. Ga (letterlijk) op elkaars stoel zitten.
Wissel van plek bij vergaderingen. Mensen zijn gewoontedieren en zitten dus vaak op dezelfde plek als je gaat vergaderen. Ga halverwege eens ergens anders zitten. Dit is natuurlijk nu lastig, met al die digitale vergaderingen. Maar hierbij kan de voorzitter er voor kiezen om mensen in een andere volgorde aan het woord te laten.
2. Laat je coaching door een junior.
Natuurlijk, jij weet alles beter, jij bent immers al zeer ervaren en hebt alle organisatieontwikkelingen al een keertje meegemaakt. En die millenials komen net kijken. Maar ga maar es een coachgesprek met ze aan. Hoe zouden zij het doen? Met welke oplossingen komen zij?
En millenials, ik weet het, jullie weten alles al beter ook al heb je geen enkele ervaring. Maar, laat je eens coachen door iemand die nog het pre-computertijdperk heeft meegemaakt. Wie weet, steek je er wat van op.
3. Praat eens met je opponent.
Grachtengordel-liberaal: praat is met een populist. En denk nu niet: die populisten blaten maar wat, daar hoef je echt niet naar te luisteren. Ga toch maar eens gewoon dat gesprek aan. Wie weet steek je er nog wat van op.
En jij, anti-vaxxie, 5g-mafketel? Praat es met zo’n linkse rakker, die nog gelooft in de democratie en het goede van de mens. Waarom doen ze dat eigenlijk? En zit er misschien toch wel wat in?
4. ga (virtueel) op pad.
Tja, deze is nu even lastig. Door corona kunnen we niet veel. Maar, als we volgend jaar (2022) allemaal ingeënt zijn en weer alles mogen en kunnen, raad ik je aan om op pad te gaan. Verken de wereld. Ga bij collega’s op bezoek, kijk bij dat andere team of ga bij die concurrent aan de overkant van de straat neuzen. Bekijk hoe zij het doen, onderzoek alles en leer er van.
In deze tijd kan het ook virtueel: bekijk andermans website, lees hun artikelen en blogs. En bestel desnoods die interessante training die ze geven. Kijk de kunst af, leer er van en word beter in je vak. En indien mogelijk: doe het met z’n tweeen. Praat er samen over en reflecteer op wat je ziet.
Binnenkort behandel ik in een artikel het boek van Rob Walker – De Kunst van het waarnemen.